Arts, Leiden

Christophilus Hendrik Nijkamp

02/06/1881
29/06/1924
1 / 1

Arts

Het verhaal van Christophilus Hendrik Nijkamp

Christophilus Hendrik Nijkamp, naar beide grootvaders genoemd, is geboren te Leiden 2 Juni 1881, als enigste zoon en oudste van de 2 kinderen van Dr. Adriaan Nijkamp en Maria Agatha ter Laag. Na zijn artsexamen eind 1908 vestigde hij zich in Ridderkerk waar hij een praktijk en apotheek aan huis had. In 1919 keerde hij, met zijn gezin, weer terug naar Leiden waar hij  op 29 Juni 1924  op 43 jarige leeftijd overleed. Hij werd op 2 Juli onder grote belangstelling van vrienden, bekenden, (oud) patiënten begraven in een grafkelder naast zijn vader dr. Adriaan Nijkamp.

 

bron jaarboek 1926Christophilus Hendrik Nijkamp, naar beide grootvaders genoemd, is geboren te Leiden 2 Juni 1881, als eenigste zoon en oudste der twee kinderen van Dr. Adriaan Nijkamp en Maria Agatha ter Laag. Bij geen zijner beide namen is hij ooit genoemd, doch hij heette in zijn jeugd ,,Johnie”, later veranderd in ,,Jos” en zoo is het altijd gebleven. In zijn eerste levensjaren zal hij wel, zooals toen de Leidsche gewoonte was, vele ochtenden in den tuin van Musis hebben doorgebracht, en als ik mij niet zeer bedrieg dateert onze kennismaking en latere vriendschap uit dien
tijd. Fröbel- of bewaarschool bezocht hij niet, doch kwam in den cursus 1887-1888 op de Aalmarkt op school, bij ons aller leermeester en vriend Japikse, dien paedagoog bij uitnemendheid. Daar hij als kind een zwakke gezondheid had, moest hij nog al eens verzuimen, hetgeen hem niet belette op tijd toelatingsexamen voor het gymnasium te doen, waarvoor hij op 8 Juli 1893 slaagde, terwijl hij op 1 Sept. daaraanvolgende zijn eerste leerjaar aldaar aanving. Op het gymnasium behoorde hij tot de goede leerlingen, want ondanks veel afleiding in den vorm van sport, kwam hij best mee en doorliep de school in zes jaren. Uit dit tijdvak van zijn leven dateert een groote vriendenkring, zoowel van medescholieren als van leerlingen van andere scholen, die in zijn ouderlijk huis op de Breestraat altijd welkom waren, en daar steeds de meest gulle gastvrijheid genoten. Voor ons stond steeds de deur, niet alleen in figuurlijken, doch ook in letterlijken zin, open. En precies hetzelfde geschiedde in de zomervacantie als de familie Nijkamp in Katwijk aan Zee in de Voorstraat dicht voorbij het postkantoor haar intrek had. Ook daar was men, van te voren aangekondigd als wel onverwacht, welkom. Ouders, broer en zuster; men leefde met alle wel en wee der vrienden mee, men was altijd zeker vaneen open oor en raad of hulp in den nood. In 1895 was Jos een der oprichters en tevens zooals later bleek het ijverigste lid der lawntennisclub Sphaerinda, wier terrein aan den Zoeterwoudschen Singel gelegen was. Toen voor hem in 1897 de keuze kwam tusschen A of B-afdeeling in de 5”e klasse, was voor hem de B-afdeeling aangewezen, gezien het feit, dat grootvader van moederszijde en zijn vader medicus waren. Het medicus worden zat hem dus als ‘t ware in het bloed. Op 21 Juni 1899 slaagde hij met een goed eindexamen der B-afdeeling. Van zijn rust genietende en met de familie te Katwijk aan Zee verblijvende trof hem op 4 Juli aldaar de zwaarst slag die hem treffen kon, n.i. het plotseling overlijden van zijn vader op ruim 45-jarigen leeftijd, vlak voor den tijd dat hijzelf als medisch student zijn loopbaan zou beginnen. Dit overlijden was een der redenen dat Jos in September niet ging groen loopen, doch als medisch student op 28 Sept. 1899 bij den Rector Magnificus werd ingeschreven, en eerst op 19 Sept. 1900 als aanstaand corpslid zijn groentijd begon. De verschillende examens werden door hem afgelegd: propaedeutisch op 8 Juli 1901, candidaats 26 Juni 1903, doctoraal 22 Jan. 1907, half-arts 27 Dec. 1907 en arts-examen op 11 Dec. 1908. In den tijd tusschen candidaats en doctoraal was hij langen tijd werkzaam op de keel-, neus- en oorheelkundige polikliniek, ook hierin de traditie getrouw, waar zijn vader lange jaren privaat-docent in die vakken was geweest. Uit dien tijd dateert ook zijn kennismaking en verloving met zijn latere vrouw, mejuffrouw H.C. Klaassen. Na zijn artsexamen, einde 1908, vestigde hij zich in 1909 te Ridderkerk. Toen hij begreep zich daar een toekomst te kunnen scheppen, huwde hij te Leiden 7 Juni 1910 en bleef in Ridderkerk gevestigd tot in het begin van 1919. Die tien jaren is het hard werken geweest, zooals dat zoo vaak in buitenpraktijken het geval is, maar grooten steun mocht hij ondervinden van zijne vrouw, die hem in vele dingen tot medewerkster was, waar hij, behalve zijn praktijk, ook apotheek aan huis had. De vijf laatste jaren aldaar waren wel zeer moeilijk af en toe, doordat in den oorlogstijd Ridderkerk, toch al afgelegen, toen zoo goed als geïsoleerd was. Het was dan ook met gemengde gevoelens dat hij in het begin van 1919 met zijn gezin, 2 kinderen waren in Ridderkerk geboren, naar Leiden kwam, en zich vestigde ten huize zijner moeder, zijn ouderlijk huis, op de Breestraat. Vrij spoedig mocht hij zich reeds in een vrij drukke fondspraktijk verheugen, welke zich geleidelijk uitbreidde. Bovendien trad hij als narcotiseur op bij alle operaties van een zijner collega’s specialist.
Behalve voor alles wat zijn werk betrof, leefde hij alleen voor zijn gezin, waar hij geheel in opging, en was hij Zondags vrij, dan trok hij er voor een geheelen dag met vrouw en kinderen op uit, meestal per fiets, om van de vrije natuur te genieten. In het najaar van 1923 werd hij ziek, een aanval van griep of influenza, en om weer geheel op verhaal te komen ging hij in December voor eenigen tijd naar Valkenburg. Teruggekeerd en weer druk aan het werk bleek al spoedig in 1924 dat hij nog niet de oude was, en dat hij rust moest nemen. Een tijdelijke opname in het Diaconessenhuis ter observatie werd noodig geacht, begin Mei volgde een operatie, welke geen blijvende resultaten opleverde, en al spoedig begrepen wij, zijne vrienden, dat hij het ziekenhuis niet weer verlaten zou. Op 2 Juni 1924 vierde hij zijn 43ten en laatsten verjaardag en precies vier weken later overleed hij op 29 Juni. Den 2den Juli brachten wij hem te Katwijk aan Zee, onder zeer groote belangstelling van vrienden, bekenden, patienten en oudpatienten, te ruste in het graf naast zijn vader en 14 Sept. dienaanvolgende had een treffende plechtigheid plaats op zijn graf, door het onthullen van een gedenkteeken namens zijn patienten en oud-patienten. Leiden, Febr. 1926. J. E. KROON.

Foto's monument